Bisschop Bernold (Bernulfus), stichter van de Pieterskerk, ligt begraven in de crypte van de Pieterskerk.
Bernoldus heeft als bisschop van Utrecht (1027-1054) het kerkelijk leven in de stad Utrecht op krachtige wijze bevorderd. Hij was de geestelijke vader van het zogenaamde Utrechtse kerkenkruis met de Domkerk als middelpunt.
Oorspronkelijk lag Bernold begraven in de viering, het huidige laagkoor, maar tijdens de restauratie in de vorige eeuw is zijn graf verplaatst naar de crypte van de kerk. In de 14de eeuw werd zijn graf een plaats van verering.
Volgens de traditie werd Bernold in 1027 bij ingeving door keizer Koenraad II tot bisschop van Utrecht benoemd. Op diens doorreis naar Utrecht liet Keizer Hendrik II zijn hoogzwangere vrouw Gisela achter in Oosterbeek onder de hoede van de plaatselijke pastoor Bernold. Toen deze zich enkele dagen later in Utrecht aandiende om aan de keizer het heugelijke nieuws van de geboorte vaneen dochter te melden werd hij uit dankbaarheid door Koenraad ter plaatse tot bisschop benoemd. Dit verhaal wordt door historici tegenwoordig afgedaan als verzinsel. Er zijn aanwijzingen dat Bernold optrok in het gevolg van de keizer. Het verklaart wel de aan Bernold toegeschreven bijzondere krachten als beschermheilige van vrouwen die onvruchtbaar waren of problemen vreesden bij de aanstaande bevalling.
Op 28 mei 1952 werd aan de voet van de kansel van de Pieterskerk, een meter diep in de bodem, de sarcofaag van Bernold, compleet met deksel, opnieuw gevonden en opgegraven. De kist bestaat uit een blok rode zandsteen, afkomstig uit de Vogezen, aan de buitenzijde onbewerkt, aan de binnenzijde met lijnen ingekrast.In de kist werd een uiteengevallen houten kistje aangetroffen dat daar in 1656 was geplaatst. De inhoud hiervan bestond uit resten van het gebeente van Bernold en fragmenten van zijn met gouddraad doorweven bisschopsmantel. Deze overblijfselen werden in een nieuw, eikenhouten kistje in de sarcofaag geplaatst. De sarcofaag, ongeveer 1300 kilo zwaar, werd overgebracht naar de crypte, waar hij nog steeds staat.